Heerlijk, het is eindelijk zo ver, het voorjaar is begonnen. Het is ‘zonder-jas-naar-buiten-weer’! Dat betekent ook dat de tuin zomerklaar gemaakt kan worden.
Als ik naar buiten kijk zakt de moed me lichtelijk in de schoenen. Want er staat nog het nodige achterstallig tuinonderhoud op me te wachten. Gewapend met mijn tuingereedschap en -handschoenen ga ik als eerste het onkruid en de groene aanslag te lijf. Al direct zie ik de eerste insecten vrolijk in de tuin rondzoemen. Zoef, een bijenwerkster scheert rakelings langs mijn oor. Oh ja, de minder leuke kant van het buitenleven. Insecten. Veruit alle insecten zijn hartstikke welkom in de tuin hoor. We hebben zelfs een mooi insectenhotel voor ze aan de schutting gehangen. Maar als ik het voor het zeggen heb ontvang ik bij voorkeur bijen of vlinders. Zij verdienen alle gastvrijheid, want we zijn immers afhankelijk van bijen. En zeg nou zelf, ze zijn ook heel vriendelijk. Zo lang ze hun werk maar gewoon kunnen doen en je ze niet in de weg loopt zal een bij niet snel uit zichzelf aanvallen.
Hun gestreepte zwart-gele zus, daarentegen, die met die taille om jaloers op te zijn, is minder welkom. Van de wesp zie ik het nut minder in. Ondanks dat ze vast hun plek in de voedselketen zullen vervullen. Ik ben geen fan. We doen dan ook fervent aan wespenbestrijding. Of laten we zeggen: het liefst nodigen we ze gewoon niet uit in onze tuin.
Nog niet zo lang geleden spotte ik in de tuin van een vriend een wel heel erg uit de kluit gewassen exemplaar. Oei, wat een joekel van een wesp was dat. Misschien was het officieel geen wesp, maar ik ga echt geen stapje dichterbij doen om het beest nauwkeurig te inspecteren. Dat ik überhaupt op mijn plaats kan blijven zitten in de buurt van een wesp heeft dan ook een jarenlange training gekost, waarbij ik mijn wespenfobie inmiddels redelijk onder controle heb gekregen. In feite heb ik het van generatie op generatie meegekregen, die angst voor steekgrage en agressieve insecten. Mijn oma en moeder renden allebei gillend weg als er ook maar een wesp in de straal van een halve meter bij hen in hun buurt kwam. De angst is dus met de paplepel ingegoten.
Pas toen ik mijn huidige man leerde kennen en met hem en zijn twee dochters op vakantie ging, heb ik mij moeten vermannen en mijn paniek voor wespen moeten overwinnen. Gillende kinderen, inclusief mijzelf, aan de eettafel was op vakantie het laatste waar hij op zat te wachten. Hij leerde ons dan ook rustig te blijven en wespen op een relaxete manier ontwijken zonder te panikeren. Nu moet ik erbij vertellen dat ik tot daarvoor ook nog nooit was gestoken. Ik verwachtte de grootste horrorpijn bij een wespensteek. Het heeft wel geholpen dat ik na mijn eerste aanvaring met een wesp gerustgesteld was over de afschuwelijke pijnen die een steek mogelijk zou veroorzaken. Het viel me achteraf reuze mee. Mijn moeder kwam er minder goed van af. Zij bleek na haar eerste steek enorm allergisch en heel haar arm werd twee keer zo dik en rood. Sindsdien liep ze met een ‘Epipen’ in haar tas om in te kunnen grijpen bij een insectensteek. Dat is dan toch wel een minder fijn verhaal. Maar ik heb dat gelukkig niet geërfd. Meer dan een brandende plek voor ongeveer anderhalve dag was het niet bij mij.
Maar hoe kom je dàn van die nare wespen af?
Zoals ik hiervoor al benoemde, ik nodig ze gewoonweg niet uit in mijn tuin. En er zijn verschillende methoden voor. Zo kun je bijvoorbeeld planten plaatsen die heerlijk wespenafwerend werken. Zo stoppen wij onze tuin ieder voorjaar vol met Lavendel, Rozemarijn, tomatenplanten, kattenkruid en Citroenmelisse. Aan deze planten heeft een wesp echt een gruwelijke hekel. Die Citroenmelisse heeft overigens als bijkomend voordeel dat ook de muggen er niet tegen kunnen, dus je slaat twee vliegen in één klap! (Sorry vliegen, niet persoonlijk bedoeld).
Ook zetten we zoete drankjes alleen in een afgesloten flesje op tafel. Voedsel of snacks dekken we af en ook een schaaltje citroenschijfjes met kruidnagel kan onze ongenode gasten weghouden. Je kunt natuurlijk ook van allerlei wespenvallen neerhangen, maar het aangezicht van wespen in doodsstrijd spreekt me allerminst aan. Zo’n dierenvriend ben ik dan ook wel weer. Ze hoeven van mij niet per se dood. Tenzij het echt een te grote bedreiging wordt, of een plaag zelfs.
Een jaar of twee geleden zat ik op een rustige zondag een boekje te lezen in de tuin toen mijn oor zich spitste bij het horen van een wel heel raar geluidje. Ik kon het niet thuis brengen. Het leek een soort geschraap. Ik had het in ieder geval nog nooit gehoord en ging op onderzoek uit wat het kon zijn. Toen ik in de buurt was van wat het geluid veroorzaakte zag ik toch mijn grote verbazing (en schrik) dat het geluid geproduceerd werd door een wesp. Die zat doodleuk gangetjes te knagen in het houtwerk van mijn schuur. Ok. Wat is dit? Na wat navraag bij ‘Ome Google’ kwam ik er achter dat de wesp houtpulp gebruikt om zijn nest mee te bouwen. Betekent dit dat er een wespennest in de buurt in de maak is?
Ieee! Ondanks dat mijn grootste angst is verdwenen, dit is toch wel mijn grootste nachtmerrie.
Who you gonna call?
Gelukkig zijn hiervoor professionals in te huren die het wespennest vakkundig voor je kunnen verwijderen. Want doe dit nooit zelf! Ook niet als je niet bang bent aangelegd voor de stekende gasten. Het kan gevaarlijke situaties opleveren.
Bouw je hut maar ergens in de vrije natuur maar niet in ons achterpad, meneer of mevrouw wesp. Ik gun de wesp een rustig bestaan in een bosrijke omgeving waar de wesp en de mens elkaar niet in de weg zitten. Mocht de wesp zich niet aan deze richtlijn houden dan zijn we genoodzaakt versterking in te schakelen. Tot die tijd mogen ze best door mijn tuin vliegen, maar een plekje in ons insectenhotel is toch echt gereserveerd voor onze hommels, bijen en prachtige vlinders.
Lees ook: Je huis verkopen in de zomer