Op Prinsjesdag werden de fiscale plannen voor 2024 gepresenteerd. Wij zetten de belangrijkste wijzigingen voor je op een rij in begrijpbare taal. Zo zie je snel en gemakkelijk welke wijzigingen voor jou van invloed zijn en wat dit betekent voor jouw woonwensen.
Goedkeuring Eerste en Tweede Kamer
Belangrijk om te weten is dat veel van de hieronder genoemde punten uit het belastingplan plannen zijn die nog goedgekeurd moeten worden door de Eerste en Tweede Kamer. Uitzonderingen hierop zijn de verhoging van de bovengrens NHG, de betaalbaarheidsgrens, de woningwaardegrens bij de startersvrijstelling, de Hillen-aftrek, en het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting, het tarief voor woningen en de startersvrijstelling.
Bovengrens NHG stijgt naar € 435.000
Met een hypotheek met NHG lopen consumenten minder risico’s op hun hypotheek en profiteren zij vaak van een lagere rente. Op dit moment kunnen mensen gebruikmaken van NHG wanneer zij een woning kopen met een maximale waarde van € 405.000. Per 1 januari 2024 wordt deze grens verhoogd naar € 435.000. Bij een hypotheek waarbij aanvullende energiebesparende voorzieningen worden meegefinancierd is de NHG-grens 6% hoger, namelijk € 461.100. Deze verhoging vergroot het bereik van NHG en zorgt ervoor dat een hypotheek met NHG toegankelijk blijft voor veel woningkopers. De provisie die betaald moet worden bij het afsluiten van een hypotheek met NHG blijft komend jaar 0,6% over het hypotheekbedrag.
Betaalbaarheidsgrens verhoogd naar € 390.000
Tot en met 2030 wil het kabinet 981.000 woningen realiseren, waarvan twee derde betaalbaar. Tot dit jaar gold de oude NHG-grens van € 355.000 als maatstaf voor wat als betaalbare koopwoning wordt aangeduid. Door de sterke stijging van de NHG-grens was deze vanaf 2023 losgekoppeld van de betaalbaarheidsgrens. Per 2024 wordt de huidige betaalbaarheidsgrens – in tegenstelling tot de afgelopen twee jaar – gelukkig wel geïndexeerd volgens de consumentenprijsindex (CPI). Dit betekent dat de betaalbaarheidsgrens per 1 januari 2024 wordt verhoogd naar € 390.000. NVM heeft hier flink voor gelobbyd omdat bouwprojecten door de huidige betaalbaarheidsgrens in veel gevallen niet rond te rekenen zijn.
Onveranderd tarief overdrachtsbelasting in 2024
Het huidige algemene tarief voor de overdrachtsbelasting, dat in 2023 is verhoogd van 8% naar 10,4%, blijft ongewijzigd in 2024. Dit geldt ook voor het tarief van 2% voor woningen en de startersvrijstelling* van 0%.
*Wat is de startersvrijstelling?
Een vrijstelling van het betalen van overdrachtsbelasting als je tussen de 18 en 35 jaar oud bent en voor het eerst een woning koopt.
Verhoging woningwaardegrens naar € 510.000 in 2024
Een van de cruciale criteria om in aanmerking te komen voor de startersvrijstelling is de woningwaardegrens, die aangeeft dat de koopsom een bepaalde limiet niet mag overschrijden. Voor 2024 wordt deze grens verhoogd van € 440.000 in 2023 naar € 510.000, een flinke stijging! De woningwaardegrens geldt voor de totale waarde van de woning en de daaraan gekoppelde rechten, inclusief aanhorigheden (zoals tuin, schuur of garage). Om van deze verhoging te profiteren, moet de overdracht van de woning na 31 december 2023 plaatsvinden.
Ben jij starter op de woningmarkt en ligt jouw budget tussen de € 440.000 en € 510.000? Dan kan het verstandig zijn om pas een nieuwe woning in 2024 aan te kopen. Je bespaart dan 2% overdrachtsbelasting; een besparing die kan oplopen tot ruim € 10.000.
Afschaffing jubelton vanaf 1 januari 2024
De schenkingsvrijstelling voor de eigen woning, ook wel bekend als de jubelton, wordt volledig afgeschaft vanaf 1 januari 2024. De reguliere eenmalige verhoogde vrijstelling voor kinderen tussen 18 en 40 jaar blijft naar verwachting wel bestaan. In 2023 is dit bedrag € 28.947. Deze schenking mag vrij besteed worden.
Hillen-aftrek daalt naar 80,01% in 2024
De Hillen-aftrek, die is gerelateerd aan het hebben van weinig of geen eigenwoningschuld, daalt in 2024 van 83,34% naar 80,01%. Huizenbezitters die nu nog onder de wet vallen, betalen elk jaar steeds iets meer eigenwoningforfait.
Aandelen in VvE vallen onder banktegoeden
Vermogensrechten met betrekking tot aandelen in een Vereniging van Eigenaren (VvE) worden voorgesteld om te worden beschouwd als banktegoeden, waardoor ze fiscaal gunstiger worden behandeld. Dit komt doordat dergelijke vermogensrechten meestal op bankrekeningen worden aangehouden. Tevens wordt voorgesteld om het tarief in box 3 in 2024 met 2 procentpunt te verhogen tot 34%.
Derdenrekening van notarissen wordt eveneens beschouwd als banktegoeden
Vermogensrechten met betrekking tot de derdengeldenrekening van gerechtsdeurwaarders en notarissen zouden ook moeten worden behandeld als banktegoeden en dus gunstiger worden belast.
Verlaging eigen bijdrage huurtoeslag
De eigen bijdrage voor huurtoeslag wordt in 2024 verlaagd met € 34,67 per maand om de stijging van armoede, vooral onder gezinnen met kinderen, te verminderen. Dit resulteert in een verhoging van € 34,67 per maand (€ 416,04 per jaar) in de huurtoeslag ten opzichte van 2023.
Woz-beschikkingen
Het kabinet wil de financiële prikkel wegnemen bij rechtsbijstandverleners om bezwaarprocedures namens burgers en bedrijven te starten tegen WOZ-beschikkingen. Uitbetalingen zullen plaatsvinden aan de belanghebbende en niet aan de rechtsbijstandverlener. Ook wordt voorgesteld om de vergoedingen voor professionele rechtsbijstand te verlagen en boetes op te leggen als er geen snelle uitspraak wordt gedaan. Hierdoor krijgen gemeenten, de Belastingdienst en de rechtspraak meer tijd om andere bezwaar- en beroepszaken te behandelen.
Aan derden verhuurd vastgoed en de BOR en DSR
Het kabinet behoudt de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) voor schenk- en erfbelasting, maar stelt voor om vermogen dat aan derden wordt verhuurd standaard als beleggingsvermogen aan te merken. Deze regelingen hebben als doel om te voorkomen dat het voortbestaan van een (familie)bedrijf in gevaar komt op het moment dat het wordt overgedragen. Op dat moment moet er namelijk erf- en schenkbelasting en (mogelijk) inkomstenbelasting worden betaald. Onroerend goed dat niet wordt verhuurd aan derden maar wordt gebruikt voor eigen bedrijfsactiviteiten, valt niet onder deze maatregel. De toepassing van de BOR en de DSR zal nog steeds worden bepaald volgens de vermogensetiketteringsregels.
Aanpak ontwijking btw & overdrachtsbelasting via vastgoedaandelentransacties
De samenloopvrijstelling wordt aangepast voor aandelentransacties bij de levering van nieuwe Nederlandse onroerende zaken. Btw is verschuldigd bij dergelijke transacties, maar ze zijn vrijgesteld van overdrachtsbelasting vanwege de samenloopvrijstelling. De mogelijkheid om nieuwe onroerende zaken via een aandelentransactie over te dragen zonder btw of overdrachtsbelasting wordt beperkt. Deze wijziging is van kracht vanaf 1 januari 2025 en voorziet in een overgangsregeling.
Afschrijvingsbeperking voor gebouwen in de inkomstenbelasting
Een vergelijkbare afschrijvingsbeperking als in de vennootschapsbelasting (Vpb) wordt voorgesteld voor de inkomstenbelasting (IB). Voor gebouwen in eigen gebruik geldt sinds 1 januari 2019 in de Vpb de WOZ-waarde als bodemwaarde. Deze maatregel wordt nu uitgebreid naar de IB, waarbij dezelfde bodemwaarde geldt voor alle gebouwen die als bedrijfsmiddel worden gebruikt, ongeacht of ze voor eigen gebruik zijn of ter belegging.
Fiscale beleggingsinstelling (fbi) en Nederlands vastgoed
De regeling voor fiscale beleggingsinstellingen (fbi) in de vennootschapsbelasting wordt aangepast. Vanaf 1 januari 2025 is het voor een fbi niet langer mogelijk om direct in Nederlands vastgoed te beleggen zonder regulier belastingplichtig te worden voor de vennootschapsbelasting. Een fbi mag nog wel indirect in Nederlands vastgoed beleggen via belaste vastgoeddochters.
Vennootschapsbelastingtarief 2024 en mkb-vrijstelling
In 2024 blijft het maximale vennootschapsbelastingtarief 25,8%. Het tarief van 19% voor fiscale winsten tot € 200.000 blijft ook behouden. De mkb-winstvrijstelling wordt echter verlaagd van 14% naar 12,7% in 2024, wat betekent dat ondernemers in de inkomstenbelasting (zoals eenmanszaken, vof’s en zzp’ers) in 2024 meer belasting betalen.
Nieuwe vermogensrendementsheffing (box 3)
Er wordt gewerkt aan een nieuwe vermogensrendementsheffing (box 3) die naar verwachting op 1 januari 2027 zal worden ingevoerd. Tot die tijd geldt een overbruggingsperiode waarin banktegoeden gunstiger worden belast dan overige bezittingen. Het tarief in box 3 stijgt naar 34% in 2024 vanuit 32% in 2023.
Bron: NVM