De enorme daling van zowel biedingen als bezichtigingen op de woningmarkt vlakt af in het begin van 2023. Dat is wat Makelaarsland concludeert op basis van interne cijfers. De verschillen met de eerste kwartalen van voorgaande jaren blijven daarentegen absurd groot, vanwege uitstelgedrag van (ver)kopers in afwachting van de rente en huizenprijzen.
Dat veel kopers en verkopers momenteel even de kat uit de boom kijken, blijkt uit een flitsenquête onder honderden Nederlanders, die actief zijn op de woningmarkt. 39,1 procent stelt momenteel de (ver)koop van een woning uit. Als reden voeren ze de hoge hypotheekrente en dalende huizenprijzen aan. “De veranderingen in de economie en de woningmarkt gaan gepaard met een hoop onzekerheid en een afwachtende houding bij kopers en verkopers”, aldus Gijs van Wijgerden, directeur van Makelaarsland.
Gevraagd naar de verwachtingen van de huizenprijzen, voorspelt 83 procent van de Nederlanders een (verdere) daling. 38 procent verwacht dat ze dit jaar één tot vijf procent zakken, 35 procent verwacht een daling van vijf tot tien procent en tien procent voorspelt zelfs meer dan tien procent. Van Wijgerden: “Het is lastig om een voorspelling te doen over de huizenprijzen, maar meer dan tien procent lijkt mij voorbarig. Verkopers en kopers zullen op den duur een nieuw evenwicht vinden, waardoor de prijzen weer stabiliseren.”
Lager bieden is het nieuwe overbieden
Wat betreft bieden is de markt compleet gedraaid. In het eerste kwartaal van 2022 werd in 79,4 procent van de gevallen boven de vraagprijs geboden. Een jaar later ziet Makelaarsland dat 81,3 procent van de kopers juist gelijk aan- (8,8%) of zelfs ónder (72,5%) de vraagprijs biedt. Vergeleken met vorige maand is er wel sprake van een lichte stijging. In februari (15,8%) lag het percentage nog 3,1 procent lager dan nu het geval is.
Bezichtigingen gehalveerd in een jaar tijd
In het eerste kwartaal van 2021 en 2022 kregen verkopers nog respectievelijk twaalf (12,1) en tien (10,2) potentiële kopers over de vloer. Nu ligt het gemiddeld aantal bezichtigingen op 5,7. Ten opzichte van vorig jaar is dat maar liefst 44 procent lager. Het driemaandsgemiddelde van het eerste kwartaal ligt wel iets hoger dan in de periode december tot en met februari: 5,3 bezichtigingen.
Doorlooptijd loopt op tot bijna drie maanden
Dat de dalende cijfers van de “afkoelende” woningmarkt nu minder rap dalen, resulteert overigens totaal niet in korte(re) doorlooptijden. Voor de vijfde maand op rij staat een huis namelijk langer te koop dan de maand ervoor. Momenteel duurt dit gemiddeld 85 dagen, terwijl dat in januari en februari nog respectievelijk 71 en 75 dagen was.
“Als je de cijfers van de afgelopen maand met die van maart 2022 vergelijkt, zie je ook hoe groot het verschil is. Toen stond een woning maar veertig dagen te koop”, vertelt Van Wijgerden. “Dat is nu niet meer de realiteit, maar daaraan wennen kost voor iedereen logischerwijs wat tijd.”