Er ligt een belangrijke rol voor makelaars om huiseigenaren en mensen die een woning kopen te informeren over de energieprestaties van een woning en de mogelijkheden om die te verbeteren.
Al was het maar vanwege de financiële voordelen. Makelaars kunnen zich onderscheiden door hun klanten hierop te wijzen. VastgoedActueel presenteert 7 feiten over duurzaamheid die de makelaar moet weten.
Feit 1: Verdubbeling energieprijzen
Sinds 2000 zijn de prijzen van gas en elektriciteit ongeveer verdubbeld. Wat veel mensen niet weten is dat de energierekening na de hypotheek het grootste aandeel in de woonlasten heeft. De komende jaren zal de energieprijs, zeker als de economie weer aantrekt, alleen nog maar stijgen. Door het energiegebruik omlaag te brengen is dus veel geld te besparen! Een nieuwbouwwoning die nu wordt gebouwd gebruikt al gauw vijf keer minder energie dan een woning gebouwd voor 1976. Dus betaalt de bewoner ook veel minder aan gas en elektra.
Feit 2: 30% besparen in bestaande bouw
Voor bestaande bouw geldt dat je met een investering van minder dan 10.000 euro al gauw zo’n 20 tot 30 procent van de energielasten kunt besparen. Een energiezuinige woning is dan misschien duurder in de aanschaf, maar heeft wel lagere maandlasten. Dat zou ook kunnen betekenen dat een dergelijke woning meer waard en beter verkoopbaar is. Hier liggen mogelijkheden voor makelaars: leg klanten uit wat de maandelijkse financiële voordelen zijn van een energiezuinige woning en welke voordelen dat oplevert bij verkoop, bijvoorbeeld een hogere prijs of een snellere verkoop, met vaak relatief kleine investeringen in duurzaamheid.
Feit 3: 25% energiezuiniger
Vanaf 2013 wordt het echt verplicht om elke woning een energielabel van A tot G toe te kennen. Heeft een woning geen label, dan kan deze niet via de notaris worden overgedragen – zo luidt het wetsvoorstel van de regering eind 2011. Makelaars dienen vanaf die datum in advertenties het energielabel te vermelden, aldus het wetsvoorstel. Het Het NIBUD heeft uitgerekend dat bewoners van een rijtjeshuis met energielabel A per jaar wel 1.314 euro besparen in vergelijking met een woning met het C-label. Nieuwbouwwoningen die nu worden opgeleverd, krijgen standaard het label A++. Dit is minstens 25 procent energiezuiniger dan bestaande woningen met het label A. Er zit dus al veel verbetering in.
Feit 4: Inidicatief energielabel is handig
Stel als makelaar voor een woning zonder energielabel alvast een indicatief label vast. Overleg daarna met de klant of de woning met dit labelverkocht wordt of dat hij eerst gaat verbouwen om het label te verbeteren, aldus Chris Bruijnes, directeur van Meer Met Minder. NVM-makelaars kunnen hun klanten nu al via inzicht verschaffen in het energieverbruik en de verbetermogelijkheden.
Feit 5: EPC = 0
De energiezuinigheid van een nieuwbouwwoning wordt weergegeven met de energieprestatiecoëfficiënt, EPC. Hoe lager de EPC, hoe zuiniger de woning. Sinds het Bouwbesluit van 2006 hebben nieuwbouwwoningen een wettelijk verplichte EPC van maximaal 0,8. Sinds 2011 is dit alweer met een kwart verlaagd naar 0,6. Ter vergelijking: een woning gebouwd voor 1976 heeft een EPC van meer dan 3. Het streven is dat in 2020 alle nieuw opgeleverde woningen energieneutraal zijn, oftewel een EPC van 0.
Feit 6: Tot 29.000 euro extra hypotheek
De overheid stimuleert energiezuinig gedrag en investeringen in energiezuinige woningen. Zo is het mogelijk om onder NHG een hogere hypotheek te krijgen voor een energiezuinigere woning. Wie bij aankoop van een woning wil investeren in energiebesparende maatregelen, kan met dit doel en afhankelijk van de energieprestatie van een woning tot 8.000 euro meer lenen dan de maximale hypotheek die het inkomen volgens de gedragscode toelaat.
En er gaan zelfs stemmen op om bewoners van energieneutrale woningen de mogelijkheid te geven nog meer geld te kunnen lenen. Want het NIBUD bijvoorbeeld heeft voor de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) berekend dat 29.000 euro voor het verbeteren van een bestaande woning met een G-label naar een energieneutrale woning in dertig jaar wordt terugverdiend.
Feit 7: 3 procent rentekorting
Samen met het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) bieden veel gemeenten mensen die willen investeren in de duurzaamheid van hun woning een steuntje in de rug: ze kunnen bij de gemeente een speciale Duurzaamheidslening tot een maximumbedrag van 15.000 euro aanvragen. Als het geleende geld besteed wordt aan verduurzaming van de woning (bijvoorbeeld gevel-, dak- en vloerisolatie), krijgt de aanvrager 3 procent korting op het rentepercentage op de commerciële 10 of 15 jaar vast. Gemeente en SVn betalen het verschil.
Bron: Vastgoedactueel